Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



donderdag 22 juli 2010

Loslaten

Na jaren eindelijk weer drie weken op vakantie. Zelden heb ik er zo naar verlangd. Niet omdat mijn werk vervelend is, integendeel. Maar de behoefte om een paar weken ongebreideld leuke dingen te doen met man en kind, werd steeds groter.

Gewapend met blackberry in mijn broekzak, notebook en usbstick 'just in case' in de auto, was deze zzp'ster met man en kind naar de camping gereden in de verwachting steeds weer naar het digitale kantoor te worden getrokken.

Niet met Tim. Nog nooit heeft deze hyperactieve controlfreak zo vakantie gehouden: geen dagbestedingsplannen, maar luieren aan een strandje of voor de tent en vooral heel veel spelen met kleine Tim. Hij blijkt het ultieme recept om los te laten.

Even papa met Tim naar de speeltuin sturen om zelf efficiënt de tent op te zetten: "Tim helpe! Tim tent bouwe!" En dus hameren we samen haringen, rakelings langs die kleine peutervingertjes. Gelukkig is de zandgrond net boter. Pastasalade eten op een matje voor de tent: "Tim los?" Feest! Geen kinderstoel om je bij je bord te houden! Spelen! Uiteindelijk zet mama haar bord opzij om voor kinderstoel te spelen. Slapen: "Samen slapen!" Zodra Tim ontdekt dat mama naast hem slaapt, slaapt hij bezitterig met zijn arm om mama heen. Tijdens het ontbijt hoort hij een haan kraaien: "Boererij? Kijke! Geite kijke!" Gelukkig is de campingkinderboerderij om de hoek en de speeltuin ernaast: "Glijbaan! Gommelkoe! Wipwap!" Daarna zakt hij op zijn gat in het zand onder de schommel: "Sant pele!" Onder de belofte van een nog vééél grotere zandbak, verzamelen we de strandspeeltjes en stappen naar het strandje van het meertje. Hij houdt ons bezig tot hij van uitputting in een middagslaapje valt: "Kasseel bouwe! Same semme! Mama omduwe! Timmy plons! Papa plons!"

OK, enige relativering is op zijn plaats, want 's avonds gaat de blackberry wel aan om e-mail te checken, maar na twee weken staat de teller van het aantal beantwoorde berichten op vier. Ik hoop van harte dat de notebook met usbstick volgende week onaangeraakt weer van de auto naar mijn werkkamer verhuist...

woensdag 7 juli 2010

Pindaijs

Nog één week voor de vakantie en de zenuwen slaan toe. Niet alleen omdat het onze eerste vakantie met Tim gaat worden (vorig jaar waren we nog te druk met verbouwen) en ik natuurlijk overal aan gedacht wil hebben (welk speelgoed wil hij mee, reserveslaapzakje, babyfoon, babyzonnemelk, zwemvleugeltjes, etc.). Ik voel ook een aanslag op mijn innerlijke rust, omdat ik nog een boek van een klant naar de drukker wil hebben en de verwerking van de laatste correcties uiteraard meer tijd vreet dan gepland. En ik wil mijn verwaarloosde huis niet drie weken smerig wil achterlaten als bron van buurtroddels voor de buurvrouw die onze plantjes komt water geven. O, help, die moet ik ook nog vragen; kost me weer een avond koffie leuten, terwijl ik nog moet pakken, verstellen, ...

En mijn lieve echtgenoot dan? Ook hij zit op kantoor te stressen opdat zijn collega's hem drie weken kunnen missen, moet 's avonds nog de schutting afmaken opdat de buurjongens niet drie weken in een bouwput hoeven te spelen, ...

Planningsprobleempje? Tja, het lijkt van tevoren altijd zo goed gepland en uiteindelijk lukt het ook altijd. Maar voor onze gemoedsgesteldheid zou een iets ruimere planning wellicht prettig zijn. Ware het niet dat we dan vaak weer denken dat we toch zeeën van tijd hebben en nog best even dit of dat tussendoor kunnen doen of juist een weekendje naar oma kunnen of zo...

Ik vrees dat het gewoon onze manier van leven is. De familie praat nog over hoe wij ons huwelijk inclusief huwelijksreis, Tims geboorte, onze verhuizing en verbouwing allemaal in één jaar persten. Maar het heeft ook zijn pluspunten: wanneer uiteindelijk alles gelukt is, kijk je met eindeloze voldoening terug op al die mooie dingen. En op alles wat onderweg misloopt, natuurlijk.

Zo zit ik vanochtend nog giechelend achter de pc na te genieten van gisteravond. Uiteraard is het er al weken bij ingeschoten om die favoriete diepvriesstickers bij de boekhandel te halen, omdat deze zeer gewaardeerde winkel nu eenmaal niet op de dagelijkse route naar de supermarkt ligt. Maar ach, ik onthoud wel wat ik wanneer in welk bakje in de vriezer duw en een inspectie van houdbaarheidsdata hoef ik in mijn privékeuken niet te vrezen.

Terwijl ik gisteravond de strijkbout even uitzette om de wc te boenen tijdens de pauze van Nederland-Uruguay, vroeg ik mijn geliefde Alexander of hij even een toetje wilde maken van wat fruit en de twee soorten ijs die we nog in de vriezer hadden liggen. Bij terugkomst liet ik mijn portie nog even smelten terwijl ik weer een t-shirtje op de strijkplank legde, omdat ijs van -18C niet echt mijn favoriet is. Mijn wederhelft vroeg wat voor ijs het eigenlijk was en ik flapte eruit dat het restje vanille was en dat ik niet wist wat er in dat nieuwe bakje had gezeten, omdat híj dat had gekocht.
"Het smaakt notig," klonk het vanaf de bank, tien seconden later gevolgd door gevloek en ik keek verschrikt op.
"Als je nog eens pindasaus invriest in een ijsbak, ...!!!"
Onmachtig mijn opborrelende lachreflex verborgen te houden bij het boze gezicht op de bank, nam ik braaf de bakjes mee naar de keuken en probeerde het toetje te redden. Gelukig scoorde Nederland op dat moment 2-1...