Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



zaterdag 26 november 2011

Enthousiasme, de sleutel

De hoofdstukken van mijn zelfhulpboek Prachtige Verhalen Schrijven vullen met tips van collega-schrijvers, is weinig creatief werk. Ook al wil ik als enige een compleet stappenplan bieden waarbij uiteindelijk elk hoofdstuk een verhaaltje op zich wordt. Natuurlijk mét spannende voorbeelden en praktische oefeningen die tezamen al tot een verhaal leiden. Maar die eerste fase van al die vakliteratuur doorworstelen naar al die schrijftips… pfffft. Gisteren schoot het niet voldoende op naar mijn zin, dus plande ik vandaag een extra overwerkdagje in.

Ik ben ook echt sinds de lunch weer aan het werk, maar vanochtend 'ontvoerden' Tim (3) en zijn papa mij om naar de zonsopgang bij de Oostvaardersplassen te gaan kijken. Steeds weer benoemde Tim de 'roze suikerspinwolken'. Tot zijn grote vreugde zagen we tijdens onze wandeling een groep van zes zilverreigers overvliegen, lagen vier herten op tien meter afstand in het gras te herkauwen, rende een vosje in de verte door het grasland en als klap op de vuurpijl trok een hele kudde Konikspaarden langs ons heen over het pad. Mét twee veulentjes. (Sinds Tim op de kinderboerderij op veulentje Pluk een rondje mocht rijden, is ie gek van paardjes.) Elke voorbijganger kreeg het hele verhaal van Tim te horen. Oók de vogelaar die in stilte naar een specht wilde luisteren...


Dat enthousiasme van Tim bleef hangen terwijl ik achter de computer kroop. Nee, voor het doorworstelen van die vakliteratuur kon ik geen enthousiasme meer opbrengen. Ik wilde wat moois maken, creëren. Ik opende Paint en begon het schema te tekenen dat als schrijfplan ten grondslag lag aan een van mijn voorbeeldverhalen. Dat is leuk werk. Nu de karakteromschrijvingen erbij met het diepste verlangen van mijn hoofdpersoon en het verwerpelijke doel van de tegenstander.

Intussen tikt de klok richting vijf uur – tijd om te gaan koken. Terwijl ik mijn urenverantwoording invul, realiseer ik me dat ik het verkeerd heb aangepakt. Ik moet eerst zelf die hoofdstukken vullen met mijn eigen ervaring en dan pas gaan aanvullen met nog ontbrekende tips uit de vakliteratuur. Niet andersom. Dan wordt het pas waarlijk mijn eigen creatie om enthousiast over te zijn.

Zo moge het zijn.

vrijdag 25 november 2011

Loslaten en schrijven

Ik voel al langer behoefte aan meer innerlijke rust in mijn leven en ik weet hoe ik het moet doen: met ’s ochtends en ’s avonds een contemplatief moment. Om ’s morgens me even dankbaar te voelen voor een goede nachtrust, een paar keer diep in en uit te ademen om weer te voelen dat mijn lijf en geest weer wakker zijn, weer leven, de denkbeeldige energiestroom weer op gang te brengen en om mij te verheugen op de dingen van de nieuwe dag. Hoe wil ik ze aanpakken? Met welke energie? Blanco of juist voorbereid?

En ’s avonds wil ik de dag even overdenken: wat heb ik allemaal gedaan en meegemaakt? Wat ging minder? Hoe kan ik die dingen voortaan beter doen? Wat ging fijn en kan ik me dankbaar voor voelen? Welke mooie gedachte neem ik mee naar bed? Weer even diep ademhalen om alle stress en kopzorg los te laten. Noem het bidden, noem het meditatie, noem het de dageraad begroeten en de nacht verwelkomen, noem het loslaten of je hoofd leegmaken, de naam doet er niet zo toe. Of ik me op zo'n moment verbind met God of niet, doet aan het effect ook niets af. Of ik het alleen in gedachten doe of achter de computer ga zitten en het opschrijf, het hielp me altijd. En ik deed het altijd met mijn agenda ernaast, want ik kwam tijdens die momenten vaak op goede ideeën voor de nabije toekomst en die wilde ik na afloop even snel kunnen noteren. Anders ging ik de hele tijd erna me bang voelen dat ik ze vergat.

Uit de werkwoordsvormen kun je opmaken dat ik er ervaring mee heb. Ik heb het me vaker voorgenomen, soms ook een poosje gedaan en dan door gejaagdheid om al mijn voornemens gedaan te krijgen, weer ter zijde geschoven. Of geluisterd naar een andere smoes: 'Ach, ik hoef toch geen creatief werk te doen vanochtend, dus hoef ik mijn hoofd ook niet zo tot op de bodem te legen van alles waar ik mee bezig ben.' Nee, klopt, na zo'n contemplatief moment gaat creatief werk honderd maal beter en nee, ik hoef niet elke dag creatief schrijfwerk te doen. Maar loslaten is niet alleen daarvoor bedoeld. Het maakt ook dat ik me zoveel meer in balans voel, zoveel meer innerlijke rust heb. Of er nou zorgen spelen of niet. Het voelt als zorg dragen voor mezelf.


Ik denk dat ik er in mijn digitale agenda gewoon vijf minuten voor ga inplannen met een herinnering vlak voordat ik moet opstaan of slapen gaan. Dat leidt uiteraard wel weer tot ergernis bij mijn echtgenoot, want die wordt gek van al die alarmgeluidjes die ik steeds uit mijn mobieltje laat komen. Maar voor mij werkt het.

Zo moge het zijn.

maandag 21 november 2011

Mark van Kuilenburg


"Mark van Kuilenburg wordt morgen begraven. Wist je dat?" las ik in mijn mailbox vrijdagmiddag.

Hersentumoren. Nee, dat wist ik niet. Vijftien jaar Janskerk trokken in mijn herinnering voorbij. Zingen in het koor met Mark achter het klavier. Als koorbestuurder dingen afstemmen met Mark, samen muziekplannen smeden in vele commissies, met Mark als leverancier van deskundige feedback en ideeën. Bepaald geen spraakzaam commissielid, maar als hij wat zei, was het raak: dat wilde je niet missen als commissievoorzitter. Altijd aanwezig als het om muziek in de Janskerk ging.

Natuurlijk zegde ik mijn afspraken af en ging ik zaterdag naar de Janskerk. Met heel veel oude vrienden en bekenden. De gemeente bleek al geruime tijd met Mark mee te hebben geleefd en voor hen leek me dit een afronding (of misschien een overgang naar een nieuwe fase). Voor mij was het daardoor niet zo heftig als ik vreesde. Geen massale, emotionele toestand, maar een mooi, gewogen, uiteraard muzikaal uitgeleide. Voor mij rustgevend, louterend. Zoals Marieke Milder al op Facebook memoreerde: na afloop hebben we hem letterlijk met zijn allen begraven. Goed.

Nee, ik beschouwde hem niet als een persoonlijke vriend. Maar hij was er gewoon altijd. En nog steeds. Als ik Janskerk-liederen zing, hoor ik in gedachten zijn piano- of orgelbegeleiding erbij. Als ik weer in de Janskerk zit en kijk hoe het zonlicht door de ramen naar binnen valt, denk ik weer aan dat vogeltje dat eens in een van de bomen luidruchtig zich liet horen terwijl de kerk volstroomde. Het orgel zette in. Niet pompeus, maar heel subtiel dat vogeltje imiterend. Dat was Mark.

Waarom raakte het mij zo? Los van mijn herinneringen aan Mark en de Janskerk, kwam het bericht vrijdag bij mij zo binnen, omdat ik Marks zoon Maarten voor het laatst had gezien toen hij net zo oud was als onze Tim nu. Ongeveer de leeftijd waarop Tims papa, mijn man, zijn eigen vader verloor. Verwarrend, deze vergelijkingen? Ja, zo voelde dat voor mij ook. Het is mijn verhaal, niet dat van Mark. Gelukkig kan ik die verhalen nu weer scheiden.

Ook realiseerde ik mij dat ik nooit echt goed afscheid heb genomen van de Janskerk-gemeente toen ik verhuisde naar Almere; een beetje met stille trom vertrokken. Niet expres, maar er lag toen gewoon teveel op mijn bordje: huis verkopen, huis kopen, huis verbouwen, trouwen, huwelijksreis, zwanger van Tim. Alles tegelijk. Sorry, lieve Janskerk-vrienden, ik denk nog vaak aan jullie. En zaterdag voelde het daar alsof ik nooit was weggeweest en er nog gewoon bijhoorde. Zo begroetten jullie mij ook.

Dan de link naar levensverhalen. Op aanraden van een van jullie, mijn lieve vriendin Marja, las ik vanochtend Marks blog: http://www.eug.studver.uu.nl/mark.htm. Waarom? Omdat Marja had gezegd dat het zo prachtig was. Mark was geen man van woorden, maar in deze blog wel. Hij laat prachtig zien hoe hij het leven losliet en daardoor ook vasthield. Met humor en eigen poëzie van literaire kwaliteit. Als biografe en redacteur van veel levensverhalen heb ik al heel wat van dit soort teksten gelezen. Ben ik blind voor verbeterpunten doordat ik Mark kende? Misschien. Maar als ik me realiseer waartoe hij fysiek en mentaal in staat geweest moet zijn, verbaas ik me over de kwaliteit van zijn schrijfkunst. Een genot om te lezen, ik denk ook voor lotgenoten en naasten van mensen met kanker.

Dag Mark, je leeft voort in ons allen.

vrijdag 4 november 2011

Een boek schrijven doe je zo

Een boek toezeggen aan een uitgever is snel gedaan. Een deadline ver weg zetten ook. Inmiddels is het een half jaar later en ligt de deadline over twee maanden. Slik. Nog twee boeken voor klanten zijn niet af (gelukkig de andere twee wel). De één is nog een dag werk, maar de andere nog zeker een week. Wat ga ik doen? Eerst alles afmaken en mijn planning voor het nieuwe boek ook in de war gooien? Ik besluit tot een tussenweg. Eerst een hele dag dat nieuwe boek opzetten, direct in de schrijftool op de server van de uitgever via het internet, zodat ie ziet dat ik druk bezig ben. Dan het ene boek afmaken en het andere boek afwisselen met het nieuwe: een dagje het ene en dan een dagje het andere. Afwisseling doet me meestal goed. En als het niet goed voelt, dan probeer ik wel weer wat anders.

De schrijftool van de uitgever blijkt een soort invuloefening, net als mijn eigen sjabloon voor nieuwe boeken. Ik pak mijn boekvoorstel uit het contract en vul de hoofdstuktitels in. Onder elke hoofdstuktitel kopieer ik de bijbehorende steekwoorden uit het boekvoorstel als tussenkoppen. De 'teaser' uit het boekvoorstel kopieer ik naar de inleiding en de reden waarom ik de aangewezen persoon ben om dat boek te schrijven, naar de pagina 'Over de auteur'. Zo. Het raamwerk staat.

Het moet een soort zelfhulpboek worden voor hobbyisten die willen leren om prachtige korte verhalen te schrijven, stap voor stap door het schrijfproces te leiden met tot de verbeelding sprekende voorbeelden en praktische oefeningen. Wat ik het afgelopen half jaar wel had gedaan, was steeds als ik iets las over iemand die over het onderwerp had geschreven, dit in mijn mapje 'Korte Verhalen' kopiëren of het boek bestellen en op het stapeltje met dezelfde naam leggen. Ik kopieer mijn eigen hand-outs voor mijn cursisten er ook bij. Die hadden al de basis gevormd voor mijn boekvoorstel, maar staan ook bomvol tips, voorbeelden en oefeningen. Dus nu hoef ik alleen nog maar de vakliteratuur een voor een diagonaal te skimmen op nuttige tips en deze direct tussen de steekwoorden van de hoofdstukken te plakken. Eitje.

Nou ja, ok, daarna moet ik er nog een samenhangend, inspirerend edoch praktisch verhaal van maken. Kleinigheidje. Ahum.

Vol goede moed begin ik met de internetblogs van collegaschrijfcoaches. Ik merk dat ze mij bij alles wat ze schrijven, steeds weer doen denken aan eigen ervaringen met klanten of cursisten. Ook die noteer ik op de juiste plek tussen de andere steekwoorden. Het boek begint inhoudelijk meteen te groeien en vorm te krijgen, ook al is het tekstueel nog een gigantische rommel.

Om na al dat invulwerk mijn honger naar inspirerende teksten eventjes te bevredigen, giet ik de auteurstekst alvast in de vorm van een kort verhaal. Meteen word ik zo enthousiast, dat ik de inleiding ook maar even onder handen neem. Dan gaat mijn 'einde dag alarm' alweer af: mijn digitale agenda op mijn mobieltje gilt: urenverantwoording invullen, koken & Tim van de crèche halen!

Zuchtend sla ik alles op, log uit bij de uitgeversite en zet de computer uit. De deadlinestress van vanochtend lijkt wel mijlenver weg: eigenlijk zou ik direct door willen schrijven...

Zo moge het zijn.