Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



vrijdag 27 mei 2011

Jood uit Indië trouwt hervormde Nieuwe Dieperse

Sommige levensverhalen zijn een regelrechte uitdaging. Soms heeft een klant al een zeer uitgesproken idee over wat hij wel en niet interessant vind om in het verhaal op te nemen. Aan mij om uit dat beperkte arsenaal toch bouwstenen te vinden die laten zien hoe hij de mens is geworden die zijn naasten vandaag kennen. Bijvoorbeeld als hij de verhalen van zijn voorouders niet interessant vindt voor zijn kinderen. Nog groter wordt de uitdaging als het ene voorouderpaar uit de voorloorlogse, joodse-Amsterdamse gemeenschap kwam met alle culturele kenmerken van dien en het andere Nieuwe Diepers (Den Helder) in hart en nieren was. Kan de uitdaging nog groter? Ja. Het ouderechtpaar verhuisde naar Nederlands-Indië, geniet van de koloniale cultuur, overleeft de Japanse concentratiekampen en mijn klant voelt zich een ware totok-Indischman (een blanke Indischman). Terug in Nederland bekeert hij zich overtuigd tot de Hervormde Kerk.

Hoe schetst een biografe deze hoofdpersoon geloofwaardig en verhelderend voor het nageslacht zonder de verhalen van de voorouders? Ik besluit heel kort en feitelijk de familieachtergrond te benoemen en zoek vervolgens in de interviews naar de typisch joodse, Indische en West-Friese gebruiken, spreekwijzen, keuzes, reacties, gedachtengangen en zo meer in zijn eigen leven. Voor zover ik die als niet-joodse, niet-West-Frieze kan herkennen, natuurlijk. Gelukkig antwoord mijn klant uitvoerig op vragen die beginnen met "Klopt het dat..." Steeds weer vraag ik waarom hij zus of zo deed in die en die situatie? De memorecorder zorgt ervoor dat ik kenmerkende uitspraken letterlijk in het verhaal kan verwerken: de Indische gewoonte om hulpwerkwoord en voltooid deelwoord om te draaien en veel zinnen met 'die' te beginnen. De verhalen over de vooroorlogse ontmoetingen met de (joodse) ooms en tantes die na de repatriëring naar Nederland ineens verdwenen bleken. Zijn liefde voor die lievelingsgerechten uit al die culinaire achtergronden.

Nu ik ten slotte de familiefoto's invoeg, wordt het beeld steeds sprekender en gaat het leven. Zou het voldoende zijn? Het oordeel zal van de kinderen komen...

donderdag 19 mei 2011

Jan Kees de Jager: het volgende inspirerende hoofdstuk

In de trein ontdek ik tot mijn schrik dat mijn paspoort nog in mijn andere tas zit. Shit! Ik moet mij straks legitimeren bij de receptie! Ik kijk op mijn horloge. Dat halve uur speling heb ik nog, maar even vanaf Schiphol op en neer naar huis duurt langer. Bij een minister kom je niet te laat. Het is al uniek dat hij mij een interview wil geven; ik kan mijn hand niet overspelen. Ik bel naar de afdeling Voorlichting van het Ministerie van Financiën. Het blijkt geen probleem. Pfft.

In de ontvangsthal deelt de secretaresse mee dat in deze begrotingstijd de agenda van de minister wat ineen geschoven is. Maar de minister wilde dit interview per sé laten doorgaan, dus hebben ze niet afgebeld, maar mijn interviewtijd teruggebracht tot een half uur. Ik slik. Dat wordt gevorderde improvisatieacrobatiek. In vogelvlucht door al mijn vragen heen of er een paar uitkiezen en de rest laten zitten? Ik vraag of ik in de uitgewerkte interviewtekst eventuele verdiepingsvragen mag zetten, die de minister vervolgens schriftelijk kan beantwoorden. Dat mag en ik kies voor mijn eerste optie.

Dan schud ik de hand van Jan Kees de Jager, door veel oud-Nyenrodestudenten genomineerd als een inspirerend leider. Hij is zo informeel als ik gewend ben van Nyenrodianen onder elkaar, verontschuldigt zich voor zijn agendaprobleem en verzoekt me direct mijn vragen af te vuren.

We praten over wat geïnspireerd en inspirerend werken in zijn ervaring is en hoe hij dat doet. Zijn hoofdconclusie is dat je pas waarlijk mensen kunt inspireren, wanneer je authentiek bent. Daarmee bedoelt hij dat je enthousiast uitdraagt waar je waarlijk in gelooft; je visie op dat wat je belangrijk vindt.

Ik vroeg hem wie hem dat had geleerd; was er een hoogleraar op Nyenrode geweest die hem dat had verteld? Een stilte valt. Nee, besloot Jan Kees, dat had ie gewoon gaandeweg geleerd.

Snel ga ik verder met mijn andere vragen en in de trein naar huis lees ik mijn mail, twitterberichten en twitter wat terug. De dagen en zelfs weken erna gaan op boeken voor ongeduldige klanten en het interviewbandje van Jan Kees blijft liggen. Omdat ik voorzie dat het zo nog wel even door zal gaan, stuur ik het bandje op naar een freelance secretaresse.

Dan zijn mijn deadlines even weggewerkt en heb ik een middagje rust om orde aan te brengen in de chaos van mijn bureau. De transcriptie is nog niet binnen, maar mijn gedachten dwalen weer even af naar de woorden van Jan Kees.

Nee, dat leer je niet op Nyenrode. Docenten leren je allerlei theorieën en technieken en de studentenvereniging leert je om je te conformeren aan allerlei gedragsregels van hen die je geacht wordt te willen nastreven. Maar om jezelf te zijn, je visie te ontwikkelen en die uit te dragen? Welke universiteit leert zijn studenten dat?

Het lijkt erop dat in mijn boek over inspirerende oud-Nyenrodestudenten de hoofdboodschap van de interviewees veel dezelfde elementen bevat, maar steeds andere accenten heeft. Hoe ga ik dat vormgeven en boeiend houden? Een boeiend proces. Ik ben heel benieuwd naar het eindresultaat. Ook besluit ik om hoogleraar Business Spiritualiteit Paul de Blot te vragen om geen algemene inleiding over inspiratie te schrijven, maar om de hoofdboodschap van de interviewees te becommentariëren vanuit zijn theoretische kader. Als epiloog. Dat lijkt me veel spannender.