Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



donderdag 11 november 2010

Van CV, jongensboek of melodrama tot machtig boek

Sommige mannen die voor het eerst de pen opnemen om hun autobiografie te schrijven, schrijven iets dat lijkt op een jongensboek: alle dolle avonturen achter elkaar opgesomd met vooral veel bravoureverhalen over hoe ze elk gevaar wisten af te wenden. Of ze schrijven een soort curriculum vitae: een opeenvolging van wapenfeiten die ze als zakenman voor elkaar boksten. Sommige vrouwen daarentegen schrijven damesromans of melodrama’s: ze kunnen tot herhalens toe uitweiden over hun verlangens of verdriet of boosheid om wat hen is aangedaan en hoe ze daar vervolgens mee omgingen.

Nee, ga u nu niet angstvallig afvragen in welke categorie ik u indeel, want daar schiet niemand iets mee op. De waarheid is dat er in al die verhalen vaak echt een machtig mooi boek schuilt. Spannend, meeslepend, waardevol voor lotgenoten en hun naasten, inspirerend voor hen die nog aan het begin van hun leven staan. Maar dan…

Hoe doe je dat nou eigenlijk? Wel uw emoties in het boek verwerken opdat de lezer kan meeleven, maar ook weer niet zodanig overdrijven dat het tot irritaties leidt of zelfs onbedoeld op de lachspieren gaat werken. Zoals te doen gebruikelijk in de schrijverij, is er geen goed of fout in deze. Wel heeft elke keuze een effect en welk effect wilt u bewerkstelligen?

“Ik werd woedend”, is voor elke lezer duidelijk, maar verder zegt het niet zoveel. De lezer zal zich afvragen ‘Ja, en wat deed je met die woede of wat deed de woede met jou?’
“Woedend schreeuwde ik door mijn tranen heen dat ze haar kloteopmerkingen voortaan maar in d’r reet moest steken. Stampvoetend liep ik eens en voorgoed het kantoor uit.”, laat niets meer aan de lezers fantasie over. En als u verderop nog wat van dat soort emotionele beschrijvingen verwerkt, dan neigt het al gauw naar een melodrama.
“De aderen bij mijn slapen lieten hun geklop voelen”, geeft een gedetailleerd beeld, waar de lezer de rest bij mag fantaseren.
“Daarop verliet ik het smetteloze kantoor. Tot op heden heb ik er nooit meer een voet gezet”, zegt niets over de emotie, maar de lezer kan helemaal meeleven met de conclusie. Bovendien geeft u hem de ruimte om zijn eigen fantasie aan het werk te zetten voor de beelden en niet vermelde woorden.
En zo zijn er vast nog meer methodes te bedenken. Welke is de uwe? Welke past bij uw verhaal en verteltrant?

Veel schrijfplezier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten