Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



vrijdag 19 november 2010

Klaasdichten

De tijd van het zoeken naar rijmwoorden in een ritmische kadans is weer aangebroken. Eén ding heb ik door de jaren heen wel geleerd: een schrijfster van biografieën en verhalen is niet automatisch een begenadigd dichteres. Wat kan ik me in de poëzie toch een krakkemikkige amateur voelen.

Zo niet als kind, dus misschien moet ik weer eens op zoek naar het kind in mezelf. In mijn kinderdagboeken staan ellenlange lappen van Klaasgedichten volgestouwd met grappen en grollen over mijn slachtoffer uit de familiekring. Ik herinner me dat ik direct na het trekken van het lootje begon met het samenstellen van een zwartboek. Daarin schreef ik alle dingen die mijn slachtoffer dat jaar had uitgevreten of die hem waren overkomen en waar ik maar enigszins de draak mee kon steken. Ook het verlanglijstje hielp: een moeder die om degelijke, witte, linnen zakdoeken vroeg, kon uiteraard rekenen op een uitgebreide poëtische verhandeling over hoe zij zich ’s ochtends vroeg ontdeed van het nachtelijk opgehoopte lichaamsslijk. Misschien wel verpakt in een enorme hoestbonbon als surprise met een handleiding erbij voor een hilarische zoektocht naar de best werkende anti-hoest snoepjes waar je niet dik van werd. Er zal vast een uitgebreid assortiment van het genoemde snoep in de surprise hebben gezeten.

Dat had ik natuurlijk niet van een vreemde. Mijn familieleden deden niet voor me onder. Ik herinner me dat ik als kind vaak waardevolle dingen kwijt was: mijn viool in de schoolbus laten liggen, mijn horloge van het nachtkastje onder het matras verdwenen, een jas bij een vriendinnetje (in Duitsland) laten liggen, etc. Dat kwam mij op een enorme pot ‘vergeetpillen’ te staan met uiteraard een doktersrecept erbij vol grappen over mijn vergeetdelicten.

Maar hoe zetten wij vroeger nou zo’n doktersrecept of handleiding in elkaar? Ik herinner me dat de limerick favoriet was: een vast ritme en rijmschema, dat je alleen nog maar hoefde te vullen met woorden. Eén grap per couplet. Een woorden- of synoniemenboek kwam er nooit aan te pas; mijn kinder- en jeugdboeken vormden een rijke bron van inspiratie.

OK. Terug naar 2010. Zo moet het dus. Maar ik moet wel toegeven dat ik als kind veel meer tijd had voor het afwerken van dit soort protocollen. Alhoewel… Hoeveel avonduren spenderen wij in een doorsnee week voor de buis? Vol goede moed aan de slag, dus. U ook?

Er was eens een Tim in zijn tuintje
die krabde vol schrik op zijn kruintje.
Wat was het geval?
Een slak op zijn bal?
… eh… hoe kom ik nou uit bij dat varkentje van marsepein...

Succes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten