Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



woensdag 14 maart 2012

Gewelddadige seksbom & ik?

Het voordeel van je boekenkast verhuizen van je tijdelijke werkkeet in ons ieniemienielogeerkamertje naar mijn nieuwe kantoor op onze ruime, lichte, eindelijk verbouwde zolder, is dat je de moeite neemt om de inhoud kritisch te keuren. Dilemma's zijn bijvoorbeeld de in je jeugd stukgelezen boeken die niemand in het gezin ooit nog zal openslaan, maar waar de band te emotioneel mee is om ze bij het oud papier te zetten. Miranda Blaise heetten ze bij mij: ik heb ze in het Engels (daar heette ze Modesty Blaise), Nederlands en als strip; allemaal verslonden en grondig herkauwd. Veel scènes kan ik nu nog uit mijn hoofd navertellen, inclusief kwinkslagen.


Wat had ik met die gewelddadige seksbom, waarschijnlijk geschapen voor een mannelijk lezerspubliek? Ik kon vluchten voor mijn onbegrepen en dus onbestemde angsten. Want Miranda was nooit bang, wist altijd voor elke dodelijk hopeloze situatie een uitweg door wanhoop geen kans te geven en altijd maar bezig te zijn met de vraag: hoe ga ik dit spelletje winnen? Ook als ze vastgebonden in een cel lag te wachten op haar executie. In mijn fantasieën was ze het antwoord op mijn angsten. In werkelijkheid natuurlijk niet, want als je vader weer eens een onverwachte woede-uitbarsting had of zich hulde in een zenuwslopende zwijgzaamheid, hielp daar geen gevechtstrucje tegen. En in mijn echte dromen, waar vertrouwde mensen in vreselijke monsters veranderden, verstijfde ik van angst en bleven Miranda’s oplossingen niet tevoorschijn buiten mijn bewustzijn.

Maar in mijn dagdromen was ze ook het antwoord op mijn onbegrepen angsten voor groepshysterie. Want zij leidde haar eigen misdaadgroep en bestreed andere groepen. Alleen, met haar partner of met ‘haar mensen’, hele of halve misdadigers, verschoppelingen van de maatschappij die ze ooit eens had geholpen of een boeddhist die eens haar leven had gered. Langzaam ontwikkelde ook ik het vermogen om de meest onwaarschijnlijke randfiguren een plekje in bijvoorbeeld mijn orkestcommissie te gunnen en een rol te geven die ze aankonden, al dan niet met mijn coaching. De nerd mocht van mij alle verzekeringsvraagjes uitzoeken, het muurbloempje beheerde de penningen en de brutale soliste mocht de contacten met het Franse koor voor haar rekening nemen. Ik als voorzitter verdeelde en heerste. Maar o, jee, als ik geen voorzitter mocht zijn en zo kwam ik op managementschool Nyenrode terecht…

Met mannen deed Miranda wat ze wilde: zin in een bedpartner? Alleen af en toe een lieverd en altijd buiten 'crime-uren' en buiten haar crime-netwerk. En natuurlijk begon en eindigde een affaire alleen op haar eigen initiatief. Goh, waar herken ik dat patroon toch van? Dat dit wel een erg instrumenteel begrip van liefde was met weinig uitzicht op een gelijkwaardige relatie, leerde ik pas veel later langs geheel andere weg. Oftewel: met vallen en opstaan.

Intussen, na vele jaren therapie een hele hoop zelfvertrouwen en wijsheid verder, zit ik met uiteenvallende en vergeelde Miranda’s in mijn handen naast de boekenkast. Ik kan geen afscheid nemen en zet ze in het boekenkastje dat op de logeerkamer blijft. Wie weet komt er nog eens een angstig vriendinnetje van Tim logeren…

Het wordt toch eens tijd dat ik mijn eigen autobiografie ga schrijven. En wel aan de hand van mijn boekenkast. Mijn favoriete prentenboeken staan gelukkig al bij Tim in de kast. Nog een interessante vraag: welke boeken ontbraken er eigenlijk in mijn boekenkast en waarom?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten