Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



vrijdag 25 februari 2011

Zeesterrenmuziek

Wat heb ik gisteren weer genoten van mijn mamadag. Eerst met Tim ontbijten in de trein naar oma. Dat vonden we allebei gezellig. Zo gezellig, dat Tim 's avonds op de terugweg weer wilde eten en drinken in de trein. Maar ja, toen hadden we net onze buik vol met oma's spagetti.
"Dat snapt Tim," was zijn reactie.
Maar ik had geen alternatief: geen boekjes, geen speelgoed. Dus speelden we met wat er was: de spiegeling in de ruit: gekke bekken trekken, Ernie op zijn muts als poppenkastpop gebruiken. Bovenin de dubbeldekker werd het nog gekker: de ruit stond bol en werkte als een lachspiegel. Weergaloos speelgoed. En gratis. En natuurlijk gingen we paardje rijden om mijn rug en knie: alle gekke peuterpaardrijversjes eindigden allemaal in gooi en smijtwerk. Tja, dat werd stoeien. Gelukkig hadden we vier stoelen voor ons samen. Tim vloog over mijn rug, tussen mijn benen door, op de bank, op zijn kop, dikke pret. Ook voor de medereizigers overigens. Ik zag meermalen grijnzende blikken onze kant op.

'Doen andere papa’s en mama’s dat niet met hun kleine?,' schoot het door me heen. Vaak zie ik papa’s en mama’s in de trein hun kleine snoep of een boekje geven en klinken er vermaningen om stil te zijn. Ik vind dat een dagje uit best een feestje mag zijn. Ook in de trein. En geschreeuw is vrij gemakkelijk te neutraliseren, merk ik: als ik zelf terug ga fluisteren, gaat Tim ook fluisteren.

En overdag hadden we al met oma in een holte van een boom waar regenwater in stond, 'bossoep' gemaakt met takjes ('vermicelli'), blaadjes ('spinazie'), stenen ('bouillonblokjes'), stukjes reeds afgebroken elfenbank ('champignons') en zand ('peper'). En we hadden over boomstammen geklauterd, bedacht welke beestjes er in allerlei holletjes zouden wonen, onze voeten verstopt onder de herfstblaadjes en net gedaan of het herfstblaadjes sneeuwde door handenvol blaadjes over elkaar heen te gooien. Dikke pret.

Voor de schrijfster in mij kwam het hoogtepunt in oma’s auto op weg naar het station. Tim wilde ‘Tim-muziek’ horen, net als bij papa in de auto. Dat had oma niet. Wel Radio 4, waar op dat moment dromerige pianomuziek werd gedraaid. Eeeehh, krab, krab achter mijn oor. Ik verzon ter plekke: Er was eens een koning van de zee: een grote walvis. Hij was jarig en gaf een dansfeest. Alle zeebeestjes waren uitgenodigd. Toen de muziek begon te spelen, gingen de zeesterren gelijk dansen. Zie je ze dansen met hun armpjes, Tim?
“Ja!” riep Tim gelijk.
En zo liet ik achtereenvolgens allerlei zeebeestjes de dansvloer op gaan en vroeg Tim of hij ze zag dansen.
"Ja!" klonk het steeds.
Totdat de muziek ophield. Geschrokken voerde ik een haai op die alle beestjes deed verstijven van schrik. Grote ogen achter me. Maar toen het volgende muziekje begon, een koorstuk, liet ik de haai zeggen dat ie alleen maar wilde meedansen. Dat mocht en de koning danste met hem mee.

Even later haalde papa ons met zijn auto van het station.
Tim: "Zeesterrenmuziek?"
Eeehhh. Die had papa niet. Thuis viste mama snel een cd’tje met dromerige, klassieke muziek uit de kast: zeesterrenmuziek, Tim!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten