Een LV INOG-bericht tref ik vanochtend in mijn Inbox, een bericht van Indischen die zijn opgegroeid bij ouders die de Tweede Wereldoorlog in Nederlands Indië meemaakten en die daar nog dagelijks de gevolgen van voelen. Er was een tijd dat ik kind aan huis was bij de vereniging en zelfs dat ik er in het bestuur zat. Omdat we elkaar met een half woord begrepen, lief en leed deelden en elkaar hielpen en ondersteunden, was de onderlinge verbondenheid diep. Ook nu nog, hoewel ik er al jaren niet meer kom. Mijn eigen verwerkingsproces is goeddeels afgerond (voor zover dat ooit kan) en mijn leven is verder gegaan naar andere mooie en moeilijke dingen.
Dus een bericht van de INOG trekt meteen mijn aandacht: waarom schrijven ze oud-leden aan? Henk Garenstroom blijkt overleden, verongelukt op zijn geliefde Bali, met een stompzinnige scooter. Direct zie ik het warme, stralende gezicht voor me van de man die mij als penningmeester opvolgde. Een man die altijd klaar stond voor de vereniging, voor elke INOG’er die in de knoop zat en indertijd dus ook voor mij. Met zijn beeld is het beeld verbonden van Barry, zijn partner, ook een hartstochtelijk verenigingsman. Kerel, kerel, wat zal je het moeilijk hebben en nog krijgen. Ik hoop dat je je realiseert dat je een hele vereniging hebt om er voor je te zijn, ook al zul je toch je eigen proces door moeten.
Lang twijfel ik of ik moet toegeven aan mijn behoefte over Henk te schrijven en publiceren. Moet ik dat niet eerst overleggen met Barry? Maar hij zit nog ver weg in Bali en heeft echt wel wat anders aan zijn hoofd. Of zou het hem juist steunen? Maar alle aandacht komt hem nu toe en niet mijn stompzinnige schrijfbehoefte, ik heb het recht niet om aandacht naar me toe te trekken nu.
Ik bel een mede-oud-lid om even op verhaal te komen en schiet gelijk vol tranen. Maar praten lucht op. Vervolgens probeer ik me weer op mijn werk te concentreren. Ik beantwoord een bericht van een potentiële klant en werk vervolgens verder aan mijn handleiding voor hoe je nu een prachtig verhaal kunt schrijven. Ik wilde er ook iets over bloggen, maar voel dat ik alleen maar over Henk zou kunnen bloggen. Dus toch maar de handleiding. Het kost moeite, maar het gaat.
Ik werk mijn visie op het boek verder uit: het mag geen saai stappenplan worden, maar ik wil er een inspirerende reis met een voortdenderende trein van maken , vol tot de verbeelding sprekende voorbeelden en creatieve, handige oefeningen. Als je alle oefeningen maakt, eindig je met een prachtig verhaal, zo heb ik bedacht. Eigenlijk staat het boek inhoudelijk al in de grondverf en sla ik nu alleen nog maar wat vakliteratuur erop na om te zien of ik niks ben vergeten. Daarna nog de grote redactieslag.
Vandaag lees ik "Het geheim van de schrijver" van Renate Dorrestein. Ze vertelt hoe de ziekte en dood van een vriendin haar werk als schrijfster op zijn kop heeft gezet. Over hoe haar vriendin vraagt wat zij nu aan al die verzonnen verhalen van Renate hebben. Renate besluit radicaal om geen fictie meer te schrijven. Totdat het dochtertje van haar vriendin een boekje krijgt, getiteld "Derk Das blijft altijd bij ons". Het is een verhaal over een Das die dood gaat tot groot verdriet van de andere bosdieren. Het meisje leert eruit “dat de dood óók een verlossing kan zijn…, dat verdriet minder scherp wordt wanneer je het deelt en dat onze overledenen voortleven in onze herinneringen.” Meteen gaat Renate weer fictie schrijven.
Meteen gaat Katja weer bloggen. Ik zie Henk weer vol aandacht naar ons luisteren, vol zorg de catering verzorgen tijdens onze bijeenkomsten. Henk, nooit zal ik jouw oprechte toewijding aan ons vergeten, je leeft voort in onze herinneringen. Lieve Barry, schroom niet om je verdriet met ons te delen. We zijn er graag voor je.
Zo moge het zijn.
Posts tonen met het label literair schrijven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label literair schrijven. Alle posts tonen
vrijdag 23 november 2012
vrijdag 12 oktober 2012
Symboliek in je levensverhaal
Prachtige Verhalen Schrijven moet het boek gaan heten waar ik momenteel voor een uitgever aan schrijf als ik even geen werk van klanten heb. Vandaag schrijf ik daarin over de prachtige werking van symbolen in je verhaal. Maar al schrijvend, vraag ik me ineens af in hoeverre dat ook van toepassing is op een levensverhaal. Want dat gaat over de werkelijkheid zoals jij dat hebt ervaren. Daar kun je niet even een paar leuke symbolen bij verzinnen die er in het echt helemaal niet waren.
Toch ben ik tal van voorbeelden tegengekomen in mijn praktijk als scrhijfcoach van (auto)biografen waarin dat op een hele mooie manier toch is gelukt. Stel je voor dat je steeds per vliegtuig van land naar land bent verhuisd en in elk land een levensfase hebt doorgemaakt (in Zwitserland geboren, in de VS gestudeerd, in Nederland gewerkt, in Duitsland je gezin gesticht), dan is een vliegtuig een prachtig symbool voor jouw levensverhaal. Mensen uit Indië hebben dat bijvoorbeeld met de oude mailschepen, waarmee ze van en naar Indië en Nieuw-Guinea voeren. Afbeeldingen van die schepen zijn voor hen dan ook populaire plaatjes voor op de omslag. Ook kun je belangrijke gebeurtenissen markeren met gedachteflarden aan andere symbolen uit de lucht- of zeevaart. Vertellen dat je vader niet zozeer de krant zat te lezen als je thuiskwam, maar dat je op de achterkant van die krant een foto van een vliegtuigwiel of scheepsanker zag, waar je verlangend naar keek, omdat je wegwilde uit een benauwende situatie. Of je laat je moeder geen boodschappenlijstje op de achterkant van een enveloppe schrijven, maar op de achterkant van een vliegtuigticket, als symbool voor dat jouw fijne, bekende leventje in dat andere land nu wordt gebruikt als boodschappenbriefje.
Ik had ook een klant die haar levensfasen typeerde in kleuren: groen voor haar idyllische jeugd op een boerderij, zwart voor de oorlogsjaren, rood voor haar turbulente tienerjaren in de voor haar verstikkende jaren ’50, etc. Dan kun je natuurlijk je hoofdstuktitels de namen van kleuren geven, maar je kunt het ook subtieler doen. Bijvoorbeeld door te vertellen dat je tijdens cruciale momenten kleren droeg in die kleur of dat dingen met die kleur je toen juist opvielen of nog anders.
Maar waarom zou je dat eigenlijk doen, symbolen gebruiken? Wel, het is een van de vele manieren om verdieping te geven aan je verhaal. Om jouw verhaal meer literair te laten zijn dan een standaard ervaringsverhaal zoals er zoveel zijn. Om ervoor te zorgen dat jouw verhaal vastplakt op het netvlies van je lezers, want beelden blijven nu eenmaal beter ‘hangen’ dan tekst.
Moet je dan je levensverhaal volstoppen met allemaal symbolen? Nee. Een verhaal moet zonder die symbolen ook op zichzelf al kunnen boeien. En zeker in het begin van je verhaal, adviseer ik altijd om ze terughoudend en alleen wat verdekt te gebruiken, omdat je verhaal anders naar melodrama gaat neigen. Je hoeft ook niet uit te leggen wat die symbolen betekenen in je verhaal; laat de interpretatie vooral over aan de lezer: show, don’t tell! Tegen de tijd dat je verhaal aankomt bij de climax, bij de gebeurtenissen die jou werkelijk hebben gevormd tot de mens die je vandaag bent, kun je ze uiteraard veel opvallender gebruiken; echt ‘in the spotlight’ zetten. Bijvoorbeeld door niet te vertellen dat je vader voorgoed uit je leven verdween en daarmee jouw mogelijkheid om je ‘vliegend’ in plaats van kruipend te ontwikkelen in het leven ook verdween. Maar bijvoorbeeld door te vertellen dat terwijl zijn vliegtuig uit zicht verdween, jij ontdekte dat je schoen kapot was terwijl je te voet naar huis moest of de bus miste of nog anders. Daarmee omzeil je gelijk het melodrama van te moeten melden hoe vleugellam je je voelde; het symbool zegt de lezer al genoeg over jouw emoties. Show, do’nt tell.
Toch ben ik tal van voorbeelden tegengekomen in mijn praktijk als scrhijfcoach van (auto)biografen waarin dat op een hele mooie manier toch is gelukt. Stel je voor dat je steeds per vliegtuig van land naar land bent verhuisd en in elk land een levensfase hebt doorgemaakt (in Zwitserland geboren, in de VS gestudeerd, in Nederland gewerkt, in Duitsland je gezin gesticht), dan is een vliegtuig een prachtig symbool voor jouw levensverhaal. Mensen uit Indië hebben dat bijvoorbeeld met de oude mailschepen, waarmee ze van en naar Indië en Nieuw-Guinea voeren. Afbeeldingen van die schepen zijn voor hen dan ook populaire plaatjes voor op de omslag. Ook kun je belangrijke gebeurtenissen markeren met gedachteflarden aan andere symbolen uit de lucht- of zeevaart. Vertellen dat je vader niet zozeer de krant zat te lezen als je thuiskwam, maar dat je op de achterkant van die krant een foto van een vliegtuigwiel of scheepsanker zag, waar je verlangend naar keek, omdat je wegwilde uit een benauwende situatie. Of je laat je moeder geen boodschappenlijstje op de achterkant van een enveloppe schrijven, maar op de achterkant van een vliegtuigticket, als symbool voor dat jouw fijne, bekende leventje in dat andere land nu wordt gebruikt als boodschappenbriefje.
Ik had ook een klant die haar levensfasen typeerde in kleuren: groen voor haar idyllische jeugd op een boerderij, zwart voor de oorlogsjaren, rood voor haar turbulente tienerjaren in de voor haar verstikkende jaren ’50, etc. Dan kun je natuurlijk je hoofdstuktitels de namen van kleuren geven, maar je kunt het ook subtieler doen. Bijvoorbeeld door te vertellen dat je tijdens cruciale momenten kleren droeg in die kleur of dat dingen met die kleur je toen juist opvielen of nog anders.
Maar waarom zou je dat eigenlijk doen, symbolen gebruiken? Wel, het is een van de vele manieren om verdieping te geven aan je verhaal. Om jouw verhaal meer literair te laten zijn dan een standaard ervaringsverhaal zoals er zoveel zijn. Om ervoor te zorgen dat jouw verhaal vastplakt op het netvlies van je lezers, want beelden blijven nu eenmaal beter ‘hangen’ dan tekst.
Moet je dan je levensverhaal volstoppen met allemaal symbolen? Nee. Een verhaal moet zonder die symbolen ook op zichzelf al kunnen boeien. En zeker in het begin van je verhaal, adviseer ik altijd om ze terughoudend en alleen wat verdekt te gebruiken, omdat je verhaal anders naar melodrama gaat neigen. Je hoeft ook niet uit te leggen wat die symbolen betekenen in je verhaal; laat de interpretatie vooral over aan de lezer: show, don’t tell! Tegen de tijd dat je verhaal aankomt bij de climax, bij de gebeurtenissen die jou werkelijk hebben gevormd tot de mens die je vandaag bent, kun je ze uiteraard veel opvallender gebruiken; echt ‘in the spotlight’ zetten. Bijvoorbeeld door niet te vertellen dat je vader voorgoed uit je leven verdween en daarmee jouw mogelijkheid om je ‘vliegend’ in plaats van kruipend te ontwikkelen in het leven ook verdween. Maar bijvoorbeeld door te vertellen dat terwijl zijn vliegtuig uit zicht verdween, jij ontdekte dat je schoen kapot was terwijl je te voet naar huis moest of de bus miste of nog anders. Daarmee omzeil je gelijk het melodrama van te moeten melden hoe vleugellam je je voelde; het symbool zegt de lezer al genoeg over jouw emoties. Show, do’nt tell.
Abonneren op:
Posts (Atom)