Katja Urban: schrijven en leven

Schrijfster, biografe, schrijfcoach, schrijfdocente en verhalenvertelster



vrijdag 17 februari 2012

De autobiografie die een uitgever wil

Sommige debuutautobiografieschrijvers hebben de droom dat hun boek zal worden uitgegeven en beschikbaar komt voor een breed publiek. Als zo iemand zich tot mij wendt, citeer ik een uitgever van een grote uitgeverij, die ooit tijdens een workshop voor debutanten zei: “Wil ik een autobiografie uitgeven, dan moet ie met kop en schouders uitsteken boven de rest, dan moet het beduidend meer zijn dan een ervaringsverhaal.”

Hoe laat je je autobiografie meer zijn dan een ervaringsverhaal? Er zijn vele methoden, maar onlangs kwam een collegaschrijfcoach met een interessante schrijfoefening: herschrijf eens een sprookje vanuit het perspectief van ‘the bad guy’. Dus concreet: herschrijf bijvoorbeeld het sprookje van Hans en Grietje door de heks als ik-figuur op te voeren. Dat kun je ook toepassen in een autobiografie.

Wie dwarsboomde mijn dromen en ambities als kind, als adolescent, als yup? Vooral mijn eigen angst voor wat anderen wel niet van me zouden kunnen denken. Zou ik die angst kunnen opvoeren als een al dan niet menselijke personage die me steeds weer de verkeerde kant op stuurt? Totdat ik ‘m eindelijk overwin? En dan toch af en toe merk dat ie weer zijn kop om de hoek steekt?

Het hoeft ook geen ‘bad guy’ te zijn. Ik zou bijvoorbeeld ook mijn moeder in de ik-vorm kunnen laten vertellen hoe ze mij zag thuiskomen na mijn verblijf in de kibboets, waar ik ‘de liefde van mijn leven’ had ontmoet. Of hoe ze mij aan de telefoon hoorde vertellen over mijn besluit hem toch maar terug naar Israel te sturen, hoe ze mij aanried naar een goede therapeut te gaan of hoe ze de geboorte van mijn zoon (waar ze bij was) ervoer, etc. Op die manier vertel ik niet alleen mijn eigen verhaal, maar ook dat van mijn moeder en laat ik zo de parallellen en verschillen tussen twee generaties zien. Wat roepen mijn lotgevallen bij haar op aan eigen herinneringen, emoties en oordelen over hoe ik ermee omga? Het hoeft natuurlijk niet mijn complete levensverhaal te zijn, ik kan er ook voor kiezen om alleen de gebeurtenissen te vertellen die een bepaald thema raken.

Maar het kan ook nog creatiever: ik zou ook mijn teddybeer op mijn bed kunnen laten vertellen wat ik hem 's ochtends vertelde over mijn dromen van de nacht. Mijn dromen weerspiegelen namelijk altijd wat ik overdag heb meegemaakt. Soms is er wat fantasie nodig om ze te kunnen duiden, maar met name de emoties uit de droom en de emoties van de dag ervoor komen bijna altijd overeen. Ik zou een hele wijze beer kunnen opvoeren die een vaderlijk advies als commentaar op mijn dromen geeft of juist een hele domme of kinderlijke beer die weliswaar een domme of kinderlijke interpretatie geeft, maar die in de kern wel raakt waar het om gaat. Ik kan beer laten vertellen hoe ik hem heb vastgehouden of juist uit bed heb geschopt of laten vallen die nacht in relatie tot de droom. Ook heb ik de gewoonte om ’s avonds in bed in mijn dagboek even mijn slaap verstorende gedachten te noteren. Ik zou kunnen vertellen dat beer heeft zitten meelezen en wat ie daarvan dacht.

Je kunt het zo gek of zo intellectueel maken als je maar wilt: laat de encyclopedie in je boekenkast in de woonkamer maar commentaar geven op de tv-programma’s die je keek, op de mensen die je op bezoek had of op wat je verder in die woonkamer deed. Uiteraard met de nodige historische of psychologische encyclopedische kennis als achtergrond. Of laat je kamerplant commentaar geven op wat ie jou in de woonkamer zag doen vanuit een botanisch perspectief of nog anders.

Wie levert nog meer creatieve ideeën?

vrijdag 3 februari 2012

Een biografie smeden van losse herinneringen

Veel vrijwilligers bieden ouderen aan om hun levensverhaal op te tekenen. Vaak vol goede bedoelingen en enthousiasme, maar niet gehinderd door enige schrijfervaring, zoals mijn voormalige baas, prof. Bomhoff, zou zeggen. Daarom heb ik in het verleden wel eens vrijwilligers getraind op kosten van een instelling of vrijwilligersorganisatie. Broodroof? Wel nee, veel ouderen kunnen mijn honorarium niet betalen en zo kan ik ze indirect toch helpen. Literaire hoogstandjes zal het niet opleveren, maar dat is het doel ook niet: wel activering en hersentraining van ouderen, gespreksstof voor hun naasten, een waardevol document voor de (klein)kinderen.

Maar soms lopen die vrijwilligers halverwege vast. Vandaag kreeg ik de vraag voorgelegd hoe je van een hoop losse anekdotes (of herinneringen) over iemands leven toch een samenhangend verhaal kunt smeden. Mijn antwoord wil ik graag met jullie delen. Een verhaal heeft altijd een thema, een plot en een ontknoping of boodschap. Als iemand vooral een heleboel anekdotes vertelt, is de uitdaging om in die reeks korte verhaaltjes die drie verhaalelementen naar voren te laten komen. In dat verband is het hier eerder genoemde boek van Jakob Klompstra, Wat is die jongen druk, verhelderend. Op een eenvoudige manier heeft de redacteur met verbindingsteksten de vaak anekdotische door Jakob vertelde herinneringen tot een samenhangend levensverhaal gesmeed. Maar het kan ook subtieler. Misschien door bepaalde elementen te benadrukken, misschien met tot de verbeelding sprekende hoofdstuktitels, citaten, gedichten, foto’s of andere afbeeldingen, opmaak of nog anders: creativiteit biedt mogelijkheden.

Maar eerst moet je die elementen (liefst in overleg met de geïnterviewde, maar in ieder geval voor jezelf) benoemen. Vragen om thema, plot en boodschap op het spoor te komen, kunnen bijvoorbeeld zijn:
• Welke thema’s, soorten gebeurtenissen/situaties, symbolen, kleuren, rollen en/of conflicten komen steeds terug in de anekdotes (of herinneringen)?
• Zit daar een ontwikkeling in, een moment van inzicht, een radicale ommekeer, een ‘gat’ in de ontwikkeling of nog anders?
• Door welke gebeurtenissen is hij de mens geworden die hij vandaag is of die zijn naasten kennen?
• Welke functie speelt humor (of een andere overheersende levensinstelling) in zijn leven? Is het overlevingstactiek, levensgenot, een verlangen, een doel, een harnas of vlucht (tegen/voor wat)?
• Wat voor boodschap zou hij aan wie willen overdragen of welk soort boodschap volgt er op stopwoordjes als ‘ik zeg altijd…’ of ‘je moet…’?
• Wat zou hij nog willen doen, meemaken of hoe kijkt hij terug op zijn leven?

In het hiernaast afgebeelde boek van Piet Fredriksz was het verbindende thema bijvoorbeeld de noodzaak om steeds weer te moeten verhuizen en weer een nieuwe thuis op te bouwen met alle gevolgen van dien voor Piets leven en zijn persoonlijkheidsontwikkeling. Dat thema heb ik als redacteur terug laten komen in titel, omslagtekening, achterflaptekst, hoofdstuktitels, voor- en nawoord.

Misschien heb je nu nog niet meteen een ‘eureka’-gevoel, maar ervaring leert dat als je met een of meer van deze ideeën aan de slag gaat, je vanzelf op eigen ideeën komt om lijn te brengen in je verhaal. Probeer wat wegen uit en vertrouw op je intuïtie. Het blijft natuurlijk maatwerk en er is niet één juiste weg. Het is de kunst om die weg te vinden die goed voelt voor jou en je interviewee.

Zo moge het zijn.

donderdag 26 januari 2012

Het kind in mij mag meespelen als ik werk

Verslaafd. Nog niet eens zo lang geleden, in 2001, nog voordat ik begon met Woorden over Leven. Aan computerspelletjes spelen. Hoe simpeler, hoe verslavender. Vaak tot vier uur ’s nachts, met alle gevolgen van dien. Gelukkig leerde ik ermee om te gaan: alleen spelen als beloning na werken, alleen als ik er echt zin in had en nooit als vlucht voor iets waar ik geen zin in had. Dus: luisteren naar mijn hart. Van tevoren een wekker zetten tot wanneer ik mocht spelen. En als ik toch als vlucht zat te spelen, dan moest ik van mezelf onmiddellijk switchen naar mijn dagboek en alles opschrijven wat me dwars zat. Meestal bedacht ik dan al schrijvend een oplossing voor wat me dwars zat en dan verdween ook acuut de wens om te spelen; dan wilde ik aanpakken en doen wat goed voelde. Op zeker moment durfde ik het aan om de spelletjes van mijn pc te verwijderen en als beloning iets anders te gaan doen: een rondje park hardlopen, een echt lekker lunchbroodje maken, even wat zangoefeningen doen. Gewoon tussen het werk door.

Een paar weken geleden kwam ik per ongeluk op een website met simpele computerspelletjes. Even proberen, dacht ik. Eenmaal de weg gevonden, begon ik vaker te spelen. Niet meer ’s nachts, want de straf op een slechte nachtrust is te groot: ik kan niet doodmoe mijn klanten coachen. Maar wel als ik boeken van klanten zat te redigeren. Het voelde gevaarlijker dan vroeger, want zo had niemand het in de gaten. Vroeger oefende mijn echtgenoot nog sociale druk uit: kom nou naar bed! Nu niet. Dagboek dan maar. Maar wat ik ook schreef, ik kwam er niet achter wat me dwars zat. Waar vluchtte ik voor? Vluchtte ik wel? Of had ik gewoon plezier? Waarom stiekem? Waarom niet gewoon ’s avonds na werktijd? De antwoorden bleven verborgen en dat irriteerde me, hoewel het spelen (nog) niet vreselijk de spuigaten uitliep.

Ik ben ook dol op zingen en nu kleine Tim ’s middags niet meer slaapt en dus ’s avonds wat eerder afgevoerd kan, ging ik op zoek naar een laagdrempelige zanggelegenheid in de buurt. Het lokale buurthuis De Ruimte biedt elke woensdagavond Taizéliederen zingen. Dat leek me wel wat. Ik wist dat Taizé een oecumenisch, internationaal klooster in Frankrijk is met een prachtig, internationaal liedrepertoir dat eenvoudig en heel meditatief is van karakter. In mijn oude Janskerk zongen we ook wel eens een Taizélied en die vond ik mooi.

Na de pauze in het buurthuis las de leider van het zanggroepje de Bijbeltekst waarin Jezus zegt: ‘Laat de kinderen tot mij komen.’ Even stilte en dan weer verder zingen. Maar in die stilte gebeurde er iets. Mijn kwartje viel. Toen ik vroeger tot diep in de nacht computerspelletjes speelde, schreef ik vaak in mijn dagboek: “Het kind in mij, kleine Katja, heeft vannacht weer eens wraak genomen.” Daarmee bedoelde ik: ik heb de afgelopen tijd weer te veel willen presteren en te weinig ‘gespeeld’, ontspannen, tijd voor mezelf genomen. Dan nam het kind in mij gewoon de controle over en ging spelen.

Dus is mijn voornemen voor vandaag dat kleine Katja vandaag mee mag achter de pc. Ze mag prominent aanwezig zijn in deze blog, ze mag speelsigheid brengen in de stukken die ik vandaag moet redigeren, ze mag elke twee uur roepen: vijf minuten pauze! En dan kiezen wat voor lekkers ik bij mijn kopje thee ga snoepen (snoep en koek heb ik toch niet in huis, dus dat wordt fruit, zuivel, blokjes kaas of zo) en vanmiddag mag ze ook mee op klantbezoek. Want het is zo belangrijk bij levensverhalen dat ze niet alleen zwaarmoedig of serieus van toon worden, maar dat er ook aandacht is voor de mooie en leuke kanten van het verhaal. En geloof me, zelfs in de meest dramatisch levensverhalen zitten mooie, leuke of speelse elementen als je maar goed doorvraagt. Want ieder mens heeft een kind in zichzelf.

Zo moge het zijn.

dinsdag 20 december 2011

Vrede op aarde - wat een verhaal

In de kerk zing ik straks met kerst: vrede op aarde. En overal in de wereld is oorlog. Wat betekent dat dan? Vrede op aarde? We herdenken dat er een kindje is geboren dat vrede zou brengen. Vrede op aarde. Wat heeft Jezus gebracht? Een einde aan oorlogen? In zijn dagen geloofden sommige volgelingen dat hij de Romeinen uit Israel zou gooien. Dat er vrede in Israel zou komen. Maar dat deed Jezus niet. Hij deed iets heel anders. Hij predikte barmhartigheid voor hen om je heen die dat nodig hadden. Bracht dat vrede op aarde? Het stopte geen oorlogen.

Maar als ik mijn buurvrouw met haar drie kinderen weer eens te eten vraag, omdat ik weet dat hun verhaal vol nare oorlogjes zit, ze het niet breed hebben en behoefte hebben aan ongedwongen gezelligheid in een gezellig huis, dan hoor ik hun verhalen. voel ik me na afloop heel vredig. En ik hoop dat zij dat ook voelen. Ik denk dat Jezus zoiets bedoelde. Mens zijn onder de mensen geeft vrede in je hart en om je heen. Nu maar hopen dat anderen dat ook doen. Maar als ik het niet doe, dan gaat het zeker niet aanstekelijk werken. Dus toch maar gewoon doen. Buurvrouw?
Nu schreef ik dit stukje in de hoop er een mooie kerstwens voor op mijn kerstkaarten uit te kunnen destilleren. Ik vrees dat ik nog maar een blog moet gaan schrijven. Of toch niet?

Vrede op aarde
in een wereld in brand,
vol nare verhalen.
Een kindje zou hoop brengen,
wat is zijn verhaal?

?

Grijpt zijn handje mijn vinger?
Hij laat niet meer los
en kraait van plezier.
Ik kan niet anders
dan mee lachen
en voel me vredig.
Mijn zorgen lijken minder belangrijk,
enigszins oplosbaar
en beter te dragen.
Is dat zijn verhaal?

Laat ik mijn hand ook uitsteken
en daar oprecht plezier in hebben.
Dan voel ik me vredig

Met uitgestoken hand
wens ik je een vredige kerst
en steeds vaker
een vredige dag
in het nieuwe jaar.

Katja Urban,
Woorden over Leven

zaterdag 26 november 2011

Enthousiasme, de sleutel

De hoofdstukken van mijn zelfhulpboek Prachtige Verhalen Schrijven vullen met tips van collega-schrijvers, is weinig creatief werk. Ook al wil ik als enige een compleet stappenplan bieden waarbij uiteindelijk elk hoofdstuk een verhaaltje op zich wordt. Natuurlijk mét spannende voorbeelden en praktische oefeningen die tezamen al tot een verhaal leiden. Maar die eerste fase van al die vakliteratuur doorworstelen naar al die schrijftips… pfffft. Gisteren schoot het niet voldoende op naar mijn zin, dus plande ik vandaag een extra overwerkdagje in.

Ik ben ook echt sinds de lunch weer aan het werk, maar vanochtend 'ontvoerden' Tim (3) en zijn papa mij om naar de zonsopgang bij de Oostvaardersplassen te gaan kijken. Steeds weer benoemde Tim de 'roze suikerspinwolken'. Tot zijn grote vreugde zagen we tijdens onze wandeling een groep van zes zilverreigers overvliegen, lagen vier herten op tien meter afstand in het gras te herkauwen, rende een vosje in de verte door het grasland en als klap op de vuurpijl trok een hele kudde Konikspaarden langs ons heen over het pad. Mét twee veulentjes. (Sinds Tim op de kinderboerderij op veulentje Pluk een rondje mocht rijden, is ie gek van paardjes.) Elke voorbijganger kreeg het hele verhaal van Tim te horen. Oók de vogelaar die in stilte naar een specht wilde luisteren...


Dat enthousiasme van Tim bleef hangen terwijl ik achter de computer kroop. Nee, voor het doorworstelen van die vakliteratuur kon ik geen enthousiasme meer opbrengen. Ik wilde wat moois maken, creëren. Ik opende Paint en begon het schema te tekenen dat als schrijfplan ten grondslag lag aan een van mijn voorbeeldverhalen. Dat is leuk werk. Nu de karakteromschrijvingen erbij met het diepste verlangen van mijn hoofdpersoon en het verwerpelijke doel van de tegenstander.

Intussen tikt de klok richting vijf uur – tijd om te gaan koken. Terwijl ik mijn urenverantwoording invul, realiseer ik me dat ik het verkeerd heb aangepakt. Ik moet eerst zelf die hoofdstukken vullen met mijn eigen ervaring en dan pas gaan aanvullen met nog ontbrekende tips uit de vakliteratuur. Niet andersom. Dan wordt het pas waarlijk mijn eigen creatie om enthousiast over te zijn.

Zo moge het zijn.

vrijdag 25 november 2011

Loslaten en schrijven

Ik voel al langer behoefte aan meer innerlijke rust in mijn leven en ik weet hoe ik het moet doen: met ’s ochtends en ’s avonds een contemplatief moment. Om ’s morgens me even dankbaar te voelen voor een goede nachtrust, een paar keer diep in en uit te ademen om weer te voelen dat mijn lijf en geest weer wakker zijn, weer leven, de denkbeeldige energiestroom weer op gang te brengen en om mij te verheugen op de dingen van de nieuwe dag. Hoe wil ik ze aanpakken? Met welke energie? Blanco of juist voorbereid?

En ’s avonds wil ik de dag even overdenken: wat heb ik allemaal gedaan en meegemaakt? Wat ging minder? Hoe kan ik die dingen voortaan beter doen? Wat ging fijn en kan ik me dankbaar voor voelen? Welke mooie gedachte neem ik mee naar bed? Weer even diep ademhalen om alle stress en kopzorg los te laten. Noem het bidden, noem het meditatie, noem het de dageraad begroeten en de nacht verwelkomen, noem het loslaten of je hoofd leegmaken, de naam doet er niet zo toe. Of ik me op zo'n moment verbind met God of niet, doet aan het effect ook niets af. Of ik het alleen in gedachten doe of achter de computer ga zitten en het opschrijf, het hielp me altijd. En ik deed het altijd met mijn agenda ernaast, want ik kwam tijdens die momenten vaak op goede ideeën voor de nabije toekomst en die wilde ik na afloop even snel kunnen noteren. Anders ging ik de hele tijd erna me bang voelen dat ik ze vergat.

Uit de werkwoordsvormen kun je opmaken dat ik er ervaring mee heb. Ik heb het me vaker voorgenomen, soms ook een poosje gedaan en dan door gejaagdheid om al mijn voornemens gedaan te krijgen, weer ter zijde geschoven. Of geluisterd naar een andere smoes: 'Ach, ik hoef toch geen creatief werk te doen vanochtend, dus hoef ik mijn hoofd ook niet zo tot op de bodem te legen van alles waar ik mee bezig ben.' Nee, klopt, na zo'n contemplatief moment gaat creatief werk honderd maal beter en nee, ik hoef niet elke dag creatief schrijfwerk te doen. Maar loslaten is niet alleen daarvoor bedoeld. Het maakt ook dat ik me zoveel meer in balans voel, zoveel meer innerlijke rust heb. Of er nou zorgen spelen of niet. Het voelt als zorg dragen voor mezelf.


Ik denk dat ik er in mijn digitale agenda gewoon vijf minuten voor ga inplannen met een herinnering vlak voordat ik moet opstaan of slapen gaan. Dat leidt uiteraard wel weer tot ergernis bij mijn echtgenoot, want die wordt gek van al die alarmgeluidjes die ik steeds uit mijn mobieltje laat komen. Maar voor mij werkt het.

Zo moge het zijn.

maandag 21 november 2011

Mark van Kuilenburg


"Mark van Kuilenburg wordt morgen begraven. Wist je dat?" las ik in mijn mailbox vrijdagmiddag.

Hersentumoren. Nee, dat wist ik niet. Vijftien jaar Janskerk trokken in mijn herinnering voorbij. Zingen in het koor met Mark achter het klavier. Als koorbestuurder dingen afstemmen met Mark, samen muziekplannen smeden in vele commissies, met Mark als leverancier van deskundige feedback en ideeën. Bepaald geen spraakzaam commissielid, maar als hij wat zei, was het raak: dat wilde je niet missen als commissievoorzitter. Altijd aanwezig als het om muziek in de Janskerk ging.

Natuurlijk zegde ik mijn afspraken af en ging ik zaterdag naar de Janskerk. Met heel veel oude vrienden en bekenden. De gemeente bleek al geruime tijd met Mark mee te hebben geleefd en voor hen leek me dit een afronding (of misschien een overgang naar een nieuwe fase). Voor mij was het daardoor niet zo heftig als ik vreesde. Geen massale, emotionele toestand, maar een mooi, gewogen, uiteraard muzikaal uitgeleide. Voor mij rustgevend, louterend. Zoals Marieke Milder al op Facebook memoreerde: na afloop hebben we hem letterlijk met zijn allen begraven. Goed.

Nee, ik beschouwde hem niet als een persoonlijke vriend. Maar hij was er gewoon altijd. En nog steeds. Als ik Janskerk-liederen zing, hoor ik in gedachten zijn piano- of orgelbegeleiding erbij. Als ik weer in de Janskerk zit en kijk hoe het zonlicht door de ramen naar binnen valt, denk ik weer aan dat vogeltje dat eens in een van de bomen luidruchtig zich liet horen terwijl de kerk volstroomde. Het orgel zette in. Niet pompeus, maar heel subtiel dat vogeltje imiterend. Dat was Mark.

Waarom raakte het mij zo? Los van mijn herinneringen aan Mark en de Janskerk, kwam het bericht vrijdag bij mij zo binnen, omdat ik Marks zoon Maarten voor het laatst had gezien toen hij net zo oud was als onze Tim nu. Ongeveer de leeftijd waarop Tims papa, mijn man, zijn eigen vader verloor. Verwarrend, deze vergelijkingen? Ja, zo voelde dat voor mij ook. Het is mijn verhaal, niet dat van Mark. Gelukkig kan ik die verhalen nu weer scheiden.

Ook realiseerde ik mij dat ik nooit echt goed afscheid heb genomen van de Janskerk-gemeente toen ik verhuisde naar Almere; een beetje met stille trom vertrokken. Niet expres, maar er lag toen gewoon teveel op mijn bordje: huis verkopen, huis kopen, huis verbouwen, trouwen, huwelijksreis, zwanger van Tim. Alles tegelijk. Sorry, lieve Janskerk-vrienden, ik denk nog vaak aan jullie. En zaterdag voelde het daar alsof ik nooit was weggeweest en er nog gewoon bijhoorde. Zo begroetten jullie mij ook.

Dan de link naar levensverhalen. Op aanraden van een van jullie, mijn lieve vriendin Marja, las ik vanochtend Marks blog: http://www.eug.studver.uu.nl/mark.htm. Waarom? Omdat Marja had gezegd dat het zo prachtig was. Mark was geen man van woorden, maar in deze blog wel. Hij laat prachtig zien hoe hij het leven losliet en daardoor ook vasthield. Met humor en eigen poëzie van literaire kwaliteit. Als biografe en redacteur van veel levensverhalen heb ik al heel wat van dit soort teksten gelezen. Ben ik blind voor verbeterpunten doordat ik Mark kende? Misschien. Maar als ik me realiseer waartoe hij fysiek en mentaal in staat geweest moet zijn, verbaas ik me over de kwaliteit van zijn schrijfkunst. Een genot om te lezen, ik denk ook voor lotgenoten en naasten van mensen met kanker.

Dag Mark, je leeft voort in ons allen.